Architect Mitchel Ovens en zijn vriendin kwamen 2,5 jaar geleden naar Nederland. In de taxi van Schiphol naar het centrum van Amsterdam had hij een gesprek met de chauffeur. Van het een kwam het ander …
Ovens (29) groeide op in Sydney, de stad waar de Australiër heeft gestudeerd en gewerkt. “Het was altijd mijn droom om in Europa te wonen en werken.” Samen met zijn vriendin, Argentijnse en net als hij architect en wereldburger, besprak hij de opties. Het werd Amsterdam. Belangrijke overweging: “Innovatie en architectuur in Nederland!”
Terug naar de taxichauffeur. Die vertelde dat hij bevriend is met architect Mark Koehler. Ovens legde contact en kreeg uiteindelijk een baan bij het internationale architectenbureau Marc Koehler Architects. Hij maakte zich snel het Nederlands eigen en overlegt inmiddels vlot met Nederlandse collega’s en relaties. “Ik werk als architect en ben BIM-manager voor het bureau. Daarnaast coördineer ik met de IT-specialist omdat ik veel ervaring heb met architectuursoftware.” Recentelijk heeft hij gewerkt aan een nieuwbouwproject van Superlofts. Het betrof een complex met 30 appartementen in Utrecht, Blok Y, dat in juni is gerealiseerd. Daarnaast werkte hij in de afgelopen periode aan de aanbesteding voor de nieuwbouw van een bibliotheek in België. Nu is hij betrokken bij de realisatie van een appartementengebouw in Almere Poort. “Aan de technische fase heb ik ook gewerkt; daar heb ik veel van geleerd. Het is interessant om het proces op de bouwplaats te volgen.”
Vergelijken
Nu in Amsterdam, eerder in Sydney en Buenos Aires. Wat zijn z’n ervaringen? “In alle drie de steden is het vakmanschap zowel architecten als aannemers van hoog niveau.” Verdere vergelijkingen met Buenos Aires zijn niet zinvol. “Argentinië heeft helaas te veel problemen met de economie en de regering.” Ontwerpen is in Nederland hetzelfde als in Australië. Toch zijn er verschillen. “In Australië deed ik als architect alles zelf. Hier wordt bij grote projecten vaak een deel van het werk uitbesteed. Een ander bureau maakt bijvoorbeeld de verkooptekening, de bouwtekening of doet de bouwbegeleiding. Dit kan enerzijds leiden tot complicaties in de afstemming, maar anderzijds kan het soms tijd en geld besparen.” Een fundamenteler verschil is dat in Australië de architect de eindverantwoordelijkheid voor het project heeft. “Daardoor kun je op alle niveaus problemen voorzien en aanpakken. Je hebt veel meer invloed op aannemers en onderaannemers dan in Nederland, waar de aannemer vaak eindverantwoordelijk is.” Wat vindt hij daarvan? “Het verkleint de risico’s voor de architect, wat een voordeel is.” Maar: “Het oplossen van problemen op onderdelen waarvoor je als architect niet verantwoordelijk bent, kan lastiger en tijdrovender zijn.” Een andere observatie: de invoering van BIM gaat wat trager dan in Australië. “Misschien dat de Nederlandse overheid het implementatieproces kan versnellen door meer zekerheden en regels in te bouwen.”
Vernieuwend, toekomstgericht denken
De gesignaleerde verschillen vindt hij niet wezenlijk. Ze vallen in het niet bij de innovatieve, toekomstgerichte manier van denken over architectuur. “Daarvoor zijn we naar Nederland gekomen!”, aldus Ovens. “In het gebouw waar ik werk, zijn veel architectenbureaus gevestigd. We discussiëren met elkaar over de laatste ontwikkelingen, bijvoorbeeld wat betreft circulaire economie, architectuur en bouw. Dat zijn hot topics hier, veel meer dan in Australië. Het is fascinerend om na te denken over de inrichting van de maatschappij van morgen.” Een belangrijke ontwikkeling is de deeleconomie. “Neem het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap en collectief bouwen. In Australië bestaat dat nog bijna niet, maar in Nederland is het groot. Er worden hier baanbrekende ideeën ontwikkeld en getest.” Marc Koehler Architects is daarbij actief betrokken via Superlofts: een duurzaam co-housing concept waarin bewoners hun droomloft kunnen realiseren. “Dat trok me direct aan in het bureau. Er wordt nagedacht over hoe we steden kunnen bouwen rond gemeenschappen en gebouwen met een gemeenschappelijke identiteit, gedeelde voorzieningen en een gedeelde omgeving.” Deze innovatieve ideeën worden naar Australië geëxporteerd. “Samen met Mark Koehler en David Tol werk ik aan een internationale database, met veel Australische contacten. De belangstelling is groot: het ziet er veelbelovend uit.”
Verliefd op Amsterdam en Nederland
De cultuur, de historie, de Amsterdamse School en het innovatieve gebruik van baksteen: Amsterdam heeft het helemaal. Het leven in het zuidelijk deel van het centrum is aangenaam. “We kennen onze buren en kunnen goed met elkaar overweg: we lenen gereedschappen uit en passen op de kinderen als de buren eens uitgaan.” De geneugten van het bruine café hebben ze met vrienden en collega’s ontdekt. Ze houden zelfs van het Nederlandse weer en de seizoenen. “We springen op onze fiets en rijden de hele stad door. Soms gaan we wandelen in het Vondelpark of het Amsterdamse Bos. We gaan ook graag naar andere plaatsen: met de trein ben je bijvoorbeeld in 40 minuten in den Haag. De infrastructuur is geweldig!” Ze hebben geen auto, maar komen toch overal. “In Sydney was je altijd afhankelijk van een auto.” Zijn er – afgezien van familie en vrienden – typisch Australische dingen die hij mist? “De warme zomers, het plezierige leven op het strand en in de haven dat daarbij hoort. En de diversiteit in de natuur.” Het gemis staat een verder verblijf niet in de weg. “We zijn verliefd op Amsterdam en Nederland. Toekomstplannen hebben we nog niet; voorlopig blijven we hier.”