Olaf van Panhuys, SKG-IKOB over
uitstel Wet Kwaliteitsborging:
Hoe gaat het verder met de wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)? Olaf van Panhuys, directeur van SKG-IKOB, waagt zich niet aan een voorspelling. De door het uitstel van de wet ontstane situatie baart wel zorgen, vindt hij.
Hoe heeft SKG-IKOB zich voorbereid op de invoering van de Wkb? “We hebben instrumenten gemaakt waarvan wij verwachten dat die voldoen aan de eisen van de nieuwe wet. Een daarvan is de BRL 5019. Deze beoordelingsrichtlijn is belangrijk voor partijen die bouwplantoetser of kwaliteitsborger willen zijn. Daarnaast hebben we voor klanten verschillende seminars gehouden om hen te informeren over de contouren van de wet. Bovendien hebben we samen met SKW Certificatie kennissessies gehouden voor bedrijven en organisaties. We hebben dus alles gedaan wat we konden doen. Alleen blijkt maar weer hoe weerbarstig de politiek is.”
Voordeel Wkb: focus op kwaliteit
Invoering van de Wkb zou volgens Van Panhuys leiden tot een grotere vraag naar producten met aantoonbare kwaliteit. “Ik illustreer het met een voorbeeld uit een van de pilots die in de aanloop naar de invoering van de wet zijn gehouden. In een pilot week een aannemer af van het bestek. In plaats van een KOMO-gecertificeerd bouwproduct te gebruiken zoals het bestek voorschreef, nam hij een goedkoper product uit een land van het voormalige Oostblok. Volgens de aannemer was de kwaliteit ervan vergelijkbaar met het KOMO-gecertificeerde product. De kwaliteitsborger reageerde: ‘Prima, toon dat dan maar aan.’ De aannemer sputterde nog wat tegen, maar haalde bakzeil omdat hij dat niet kon en de kwaliteitsborger voet bij stuk hield. De aannemer schroefde het product uit het gebouw en verving het keurig door een KOMO-gecertificeerd product. Hieraan zie je dat de systematiek werkt. Je kan de kwaliteitsborger niet met een kluitje in het riet sturen, want die moet zijn handtekening zetten. Dat doet hij alleen als het goed is.”
Het huidige toezichtsysteem prikkelt de controleur niet om op onderzoek uit te gaan. “Als een gemeente geen afwijkingen heeft kunnen constateren, wordt de vergunning afgegeven. Wanneer gemeenten nu te weinig op bouwplaatsen controleren, constateren ze minder afwijkingen. Het nieuwe systeem werkt andersom: het dwingt de kwaliteitsborger om actief te onderzoeken of de kwaliteit goed is. Die moet daar immers voor tekenen. Daardoor zullen inferieure producten boven tafel komen en plaats maken voor producten met aantoonbare kwaliteit.”
Hoe verder?
“Het is aan de politiek om uit te maken wat er moet gebeuren. Of het in de kabinetsformatie wordt geregeld, weet ik niet. Het is natuurlijk geen sexy onderwerp. Als het nieuwe kabinet het wel oppakt, dan zal het minstens een jaar duren, voordat de Wkb in aangepaste vorm kan worden ingevoerd.” Wat gebeurt er in de tussentijd? “Bouwers zullen het aankijken. Die denken: ik hoor het wel als het zover is. Ze gaan over tot de orde van de dag en concentreren zich op hun projecten.” Voor gemeenten kan het anders liggen. “De wet zou per 1 januari 2018 ingaan. Er zijn gemeenten die daarop geanticipeerd hebben en de capaciteit van Bouw- en Woningtoezicht hebben teruggebracht. Als die niets doen, zal de druk op de nieuwbouwmarkt oplopen. Juist nu er meer huizen gebouwd moeten worden, kan het niet zo zijn dat een gemeente zegt: ik heb geen tijd, komt u volgend jaar maar terug. Mijn advies aan gemeenten zou zijn: gebruik BRL 5019-gecertificeerde bedrijven voor de kwaliteitsborging als je zelf niet (meer) de capaciteit hebt om dat te doen.” Voor toeleverende bedrijven die alsnog willen anticiperen op de Wkb heeft hij ook een advies. “Certificering betekent vertrouwen. Het behalen van de certificering vraagt onderzoek en de nodige tijd. Als je het voor je product nog niet geregeld hebt, doe het dan nu!”