Met circa 8 procent vrouwelijke werknemers is de bouwsector nog steeds een mannenwereld. Hoe vinden vrouwen hierin hun weg? Welke meerwaarde hebben ze? Gaat de sector meer vrouwen aantrekken of blijft het een mannenbolwerk? Twee vrouwen geven hun visie.
Na de hbo-opleiding Bouwkunde ging Hanna Hakkert in december 2016 aan de slag als werkvoorbereider bij Dura Vermeer. “Dat het een mannenwereld is, heeft me nooit tegengehouden. Integendeel, ik kan met mannen goed overweg. Ze zijn wat directer dan vrouwen en dat vind ik fijn samenwerken.” Elly Cornelissen werkt al dertig jaar in de bouw. Ze is nu exploitatiemanager bij AAM (Accommodatie Asset Management) een werkmaatschappij van BAM die zich bezighoudt met beheer en onderhoud. “Na mijn eerste academische studie (Frans) zocht ik een tijdelijke baan. Via een uitzendbureau kwam ik op het pas opgerichte inspectiebureau van Heidemij en Bouwcentrum. Ze hadden alleen nog maar een directeur en zochten een regelneef; dat werd ik, de eerste werknemer. Toen steeds grotere inspectieopdrachten werden binnengehaald, werd ik projectmanager. Ik rolde er toevallig in.”
Hoe word je ‘one of the guys’?
“Als vrouw ben ik altijd geaccepteerd”, vervolgt Elly. “Ik heb wel steeds gewerkt in de wereld van onderhoud, inspectie en taxatie. Dat is anders dan de harde bouw. In het begin werd ik nog wel met vooroordelen geconfronteerd.” Een illustratief voorbeeld. De directeur van een zakenrelatie ontving een groep bestaande uit Elly en een aantal mannelijke collega’s. Bij de verwelkoming gaf de directeur de mannen een hand. Elly sloeg hij over, omdat hij dacht dat zij de secretaresse was en die gaf je schijnbaar geen hand. “Ik kon er wel om lachen. Maar mijn mannelijke collega’s zeiden er iets van. Als je er eenmaal bij hoort, hoor je er ook echt bij.” Hanna bevestigt het. “Als je langer met mannen werkt, word je gewoon een van hen. Dan vinden ze het leuk dat er een vrouw in de bouwkeet zit. Maar je moet wel laten zien dat je stevig in je schoenen staat. Vooral bij de mannen buiten leeft het idee dat je een vrouw gemakkelijker voor de gek kan houden dan een man. Bij het afhandelen van een bewonersklacht in een renovatieproject heb ik dat weleens meegemaakt. Een van de mannen zei: ‘Ja, maar daar doe ik niks aan.’ Dan moet je duidelijk maken dat het toch echt moet gebeuren. Van de andere kant krijg je ook respect dat je het als vrouw in de bouw toch maar doet. In bepaalde situaties zal je ook meer voor elkaar krijgen dan een mannelijke collega.”
Voor jezelf opkomen
Elly: “Ik heb me ten opzichte van mannen nooit hoeven te bewijzen. Maar je moet wel harder knokken om dezelfde beloning te krijgen. Ik heb bij een woningcorporatie gewerkt, waar ik hoofd van een onderafdeling was. De manager van de afdeling ging weg en ze vroegen of ik die functie wilde overnemen. Ik zei dat ik wel wilde maar niet wist of ik het zou kunnen. Ik kreeg de baan, maar met een proefperiode van 6 maanden. Het ging goed, maar het was toch even nagelbijten! Een vrouwelijke collega zei me: ‘Je had gewoon moeten zeggen: natuurlijk kan ik dat.’ Mannen hebben die houding en komen daardoor eerder op bepaalde posities. Ik heb daarvan geleerd: je moet jezelf laten zien, anders kom je er niet tussen.” Hanna ervaart ook: “Vrouwen voelen de behoefte om zich te bewijzen. Enkele van mijn vrouwelijke studiegenoten studeren nu door aan de universiteit. Ze willen met een stevige basis de stap naar het bedrijfsleven maken. Zelf wil ik liever praktijkervaring opdoen en doorgroeien binnen het bedrijf.” Elly: “Bij de nieuwbouwtak van BAM telt dat zeker mee. Daar vinden ze het belangrijk dat ‘je met je poten in de klei’ hebt gestaan.”
Wat doen vrouwelijke managers anders?
Hanna wil naar een managementfunctie groeien, maar heeft nog geen leidinggevende ervaring. “Wat vrouwelijke managers anders doen: lastige vraag. Ik denk dat vrouwen toch meer rekening houden met andere mensen bij de keuzes die ze maken. Ze zien meer het bredere plaatje.” Elly heeft veel ervaring in het aansturen van mensen. “Ik stuur nu 28 mensen aan, waarvan 1 vrouw. Dat zijn installatietechnici en bouwtechnici. Gedreven vakmensen, erg begaan met hun werk. En ook erg op de inhoud gericht, terwijl ik van de helicopterview ben. Oog voor de bedrijfsmatige kant is mijn meerwaarde als manager. Ik heb me hierin verder ontwikkeld door middel van een tweede academische studie (Bedrijfskunde). Stel dat we het hebben over een storing. Een techneut zal zeggen: dit was er aan de hand en we hebben het verholpen. Klaar. Die oplossing is zeker belangrijk, maar minstens zo belangrijk is de wijze waarop wij de dienstverlening hebben verricht. Voor mannen op operationeel niveau is het soms lastig om in dit perspectief mee te denken.” Elly kan met zowel mannen als vrouwen goed samenwerken. Er zijn wel verschillen. “Ik heb te maken met mannelijke en vrouwelijke opdrachtgevers. De mannen zitten over het algemeen meer op de details. Ze checken of alle punten van het contract exact worden nagekomen. Vrouwelijke opdrachtgevers zitten naar mijn gevoel meer op de intentie van het contract: wat willen we samen bereiken en welke dienstverlening moet jij als opdrachtnemer dan neerzetten. Vrouwen zijn no-nonsense; je kunt snel ter zake komen.” Elly nuanceert: “Een grote rol speelt ook de relatie die je met iemand – man of vrouw – opbouwt. Het is belangrijk dat je elkaar begrijpt, zodat je weet waarom iemand op een bepaalde manier reageert. Als je allebei kunt zeggen wat je goed vindt, maar ook waar je van baalt, kun je veel sneller schakelen.”
Meer vrouwen in de bouw: hoe?
Vrouwen hebben een eigen stijl. Hanna’s werkgever heeft daar bijvoorbeeld oog voor. “Dura Vermeer heeft het vrouwennetwerk Eva in het leven geroepen. Het is een kennispool voor vrouwelijke topprofessionals binnen de Groep, divisie Bouw en Vastgoed en de divisie Infra. Eva zet zich in om meer vrouwen aan te trekken en te behouden op managementniveau en/of in lijnfuncties. Daarnaast wil Eva de meerwaarde en kwaliteit van vrouwen en het belang van diversiteit binnen Dura Vermeer zichtbaar maken.” Elly ziet een toename van vrouwelijke managers, veelal gericht op facility management, de zachte kant in asset management en projectmanagement. De meeste vrouwen zitten aan de ‘zachte kant’. In het fysieke werk op de bouwplaats zie je (nog) veel minder vrouwen.”
Rol van opleidingen
Op verzoek van een hbo-opleiding Bouwkunde heeft Elly wel eens deelgenomen aan 10 minutengesprekken. “Studenten spraken met mensen uit allerlei delen van de bouwsector. Hett is heel leuk om dan te vertellen wat je allemaal voor mogelijkheden hebt. Daar heb ik ook meerdere stagiaires aan over gehouden. Storytelling helpt dus.” Volgens Hanna doen technische opleidingen steeds meer hun best om vrouwen aan te trekken. “Toen ik me na de havo oriënteerde op een vervolgopleiding, gaf voor mij de combinatie van techniek, creativiteit en samenwerken in teams de doorslag. Tijdens de opleiding heb ik gezocht wat het beste bij me paste. Ik ben goed in techniek en ben praktisch ingesteld. Architectuur vond ik te zweverig. Een stage op een bouwfysisch adviesbureau leerde me dat ik er niet voor gemaakt ben om iedere dag achter mijn bureau rapporten te schrijven. Alhoewel ik bouwfysica nog steeds erg interessant vind. Aan het eind van de opleiding twijfelde ik nog over werkvoorbereiding. Toen leerde ik de renovatiesector kennen, waarin je veel te maken hebt met bewoners en hun begeleiding tijdens de bouw. Dan zie je waar je het voor doet en welke impact je werk heeft.” Wat zou Hanna zeggen als ze vrouwen moest overhalen om voor de bouw te kiezen? “Vind je techniek leuk, wil je graag mooie bouwwerken maken en houd je van samenwerken? Kom dan ook werken in de bouw! Dan rijd jij straks vol trots door de omgeving en kun je ook zeggen: Ja, dat hebben wij gemaakt!”